De tijd getemd

Het voorbijglijden van de uren is duizenden jaren afgelezen uit de stand van de zon. ’s Nachts of bij bewolkt weer maakte men gebruik van wateruurwerken. In kloosters, dorpskerken en stadstorens werd later de tijd aangegeven door het luiden van de klok. Aan het einde van de dertiende eeuw ontstond een revolutionaire nieuwe tijdmeter: het mechanische uurwerk. Via dit uurwerk werd de uurklok in de toren rechtstreeks aangeslagen en het werk van de klokkenluider overgenomen. Uit deze eenvoudige constructies zijn vrij snel ingewikkelde, astronomische uurwerken ontstaan die meer informatie geven dan het antwoord op de vraag ‘hoe laat is het?’ Zij geven aanvullende tijdmeetkundige en astronomische gegevens, zoals de stand van de zon en de maan in de dierenriem. Het astronomische uurwerk is een lust voor oog en oor.

De expositie ‘De oorsprong van de klok’ is opgesteld in zaal 11.