De oorsprong van de klok

De oudste bellen worden gezien als voorlopers van klokken. Zij zijn gemaakt van natuurlijk materiaal, zoals pitvruchten. Een ruitervolk in Luristan, een streek in het huidige Iran, goot in de zesde eeuw voor Christus bronzen bellen ter bescherming van paarden en vee tegen het kwaad. Deze bezwerende bellen hebben vaak de vorm van granaatappels (vruchten met veel pitten). Met hetzelfde doel hingen mensen klokjes en bellen aan hun kleding. Dit gebruik was ook bij de Grieken en Romeinen bekend.

In de Oudheid speelden klokjes tijdens religieuze rituelen eveneens een belangrijke rol. Gelijktijdig met de verspreiding van het christendom over Europa zijn klokjes gebruikt voor godsdienstige doeleinden.

De expositie ‘De oorsprong van de klok’ is opgesteld in zaal 7.