Home » Collecties » Favorieten » De bever is terug
Al 293.038 bezoekers gingen je voor
De bever was al sinds begin 19e eeuw uitgestorven in Nederland. Sinds de jaren ’80 is de bever weer terug. Hij verspreidt zich snel over Nederland en ook in de Astense Aa is hij al gesignaleerd. Nu is ook het museum een bever rijker.
De bever, het grootste knaagdier van Europa, is herbivoor. Hij leeft voornamelijk van kruiden en waterplanten. In de winter schakelt hij over op boomschors als alternatief. Hij legt een voorraad aan van stammen en takken die in het koude water lang goed blijven Het zachtere hout van wilg en populier hebben zijn voorkeur, maar ook de hardere eik of beuk schuwt hij niet.
De stammen en takken van omgeknaagde bomen vormen dammetjes, waardoor de waterstand verhoogd wordt. Zo heeft de bever meer ruimte om z’n burcht te maken. De ingang van de burcht is namelijk altijd onder water, de veiligste plek voor dit waterdier.
De hoge waterstand maakt het achterland drassiger en mede door de kanaaltjes die het dier daar in slijt, kan hij via het water het voedsel in het achterland beter bereiken.
Zo past hij met zijn gewroet en geknaag het landschap volledig aan en zorgt daarmee voor een grotere biodiversiteit. In het kielzog van de bever komen ook water minnende en moerasplanten terug, en ook vogels, zoals bijv. de zwarte ooievaar. Geen enkel ander inheems dier is zo in staat het landschap te beïnvloeden als de bever.
Dat was al zo in vroeger tijden (er zijn in Tegelen fossielen van de bever gevonden van 1,8 miljoen jaar oud), toen hij vaak gesignaleerd werd in hetzelfde gebied als het eveneens waterminnende oerrund. In ons museum vind je deze dieren dus zij aan zij, in de zaal gewijd aan holoceen en plioceen.